“EEN PUP IS NIET VOOR EVEN, MAAR VOOR HET HELE LEVEN”

Door goede voorbereiding en juiste raskeuze ben je al op de goede weg. Maar ook een puppytest kan bijdrage tot een goede match tussen pup en eigenaar.

De test wordt afgenomen op een leeftijd van 7 weken (plus of minus hooguit één of twee dagen). Op deze leeftijd  is de neiging om te vluchten voor het onbekende en de neiging tot toenadering met elkaar in evenwicht, zodat de test een goed beeld geeft van de persoonlijkheid van de pup. Het zicht, het coördinatievermogen en de motoriek van de pup zijn dan voldoende ontwikkeld om te reageren op de aangeboden prikkels. De pup wordt getest door een onbekend persoon en op onbekend terrein, zodat hij geen steun kan ontlenen aan een vertrouwde omgeving. Zo kan goed bekeken worden hoe hij zich gedraagt als hij op eigen benen moet staan en hoe hij reageert in een nieuwe omgeving.
Hoe betrouwbaar is zo’n puppytest : het is toch een momentopname? Misschien is hij wel heel moe of juist net wakker. Klopt maar, in het algemeen blijkt dat de test een goed beeld geeft van de persoonlijkheid van de pup.

Een puppytest geeft geen garantie op het gedrag van de hond. Hiervoor zijn verschillende redenen;

• De aankomende  socialisatie periode is erg belangrijk in de verdere ontwikkeling van het gedrag,
• Omgevingsfactoren in de toekomst kunnen het gedrag beïnvloeden,
• Door training/opvoeding kunnen bepaalde eigenschappen verder worden ontwikkeld of juist worden geremd

Waarom dan toch testen?

• Het kan voor fokkers helpen bij de plaatsing van de honden bij hun toekomstige eigenaren.
• Voor de eigenaar past de pup in aanleg bij wat ik met hem/haar wil gaan doen.
• Training op maat, die past bij de pup.

De testen vinden (bij voorkeur) plaats bij de fokker thuis. De pups worden alleen zonder moeder en broers en zussen getest. De fokker mag, mits onopvallend, op de achtergrond meekijken. De beoordelingen zullen per individu, maar ook per nest bekeken worden. De beste interpretatie is door vergelijk met de nestgenootjes.

Een puppytest kan uit de volgende onderdelen bestaan:

• Exploratie
• Sociale binding
• Optillen
• Gevoeligheid voor aanraking
• Bereidheid tot samenwerken
• Buitdrift
• Voer
• Zelfbeheersing
• Gevoeligheid voor geluid
• Gevoeligheid visueel
• Stabiliteit (vreemd voorwerp)
• Doorzettingsvermogen
• Probleemoplossend vermogen
• Speuren